Tussen het Soesterkwartier en Amersfoort CS in, ligt een omvangrijk braakliggend terrein. Ooit was het een rangeerterrein, nu zijn er bouwplannen voor meer dan 5000 woningen. “Tussen Eem en spoor”, heet het project. Wat de plannen zijn en op welke termijn deze gerealiseerd worden, heb ik niet kunnen vinden.
Het gebied is rommelig, er ligt hier en daar afval, losse stenen, hopen zand, en verder staan er enkele iconische gebouwen zoals de Rijtuigenloods. Op de arme zandgrond groeien tal van grassen en kruiden. Het gebied is populair bij hondenuitlaters en daardoor zijn er meerdere smalle paadjes met mul zand.
Op dit terrein, uniek in de wijde omgeving, komen soorten voor die zelden in de Provincie Utrecht worden gevonden, zoals de Slangenkruidbij en de Zwaluwbij. Naast een grote populatie van een zeer zeldzame loopkever, de Gele kruiper (Harpalus flavescens) werden nog 10 (!) soorten loopkevers gevonden die nog niet elders in de Gemeente Amersfoort bekend zijn.
Er blijkt ook een populatie Ossentonggraafwantsen te zitten. Daarmee is dit ruderale terrein de enige bekende plek in de provincie waar deze aan de wortels van Overblijvende ossentong knagende graafwants voorkomt.
Voor een zekere determinatie moet deze graafwants worden opgemeten, de gelijkende Vergeet-mij-nietgraafwants is kleiner
Op 15 augustus vond ik een Rood-zwarte sikkelwants onder een in het zand liggende steen. Deze zeer zeldzame wants, genaamd naar zijn sikkelvormige zuigsnuit, is warmteminnend en sinds 2017 weer in Limburg aangetroffen. Voor de provincie Utrecht is dit pas de derde waarneming.
Gele kruiper: verscholen in mul zand
Op 10 augustus vond ik, samen met nog twee speurders, met zaklamp zo’n 180 exemplaren* van deze nachtactieve loopkever, die gek is op mul zand. Overal lagen ze stil in het zand, soms wel met een dozijn exemplaren op één vierkante meter. Een kenner van loopkevers, die ik het later in de week toonde, had zoiets in dergelijke aantallen ook nog niet eerder gezien.
De Gele kruiper leeft aan de rand van de vegetatie in het mulle zand, maar niet op plekken waar de paden verhard zijn. Overdag graaft hij zich vermoedelijk behoorlijk diep in. Incidenteel kunnen exemplaren onder in het mulle zand liggende objecten worden gevonden. De kever vliegt zelden en wordt daardoor vrijwel nooit in lichtvallen gevonden. Door zijn verscholen levenswijze is hij lange tijd niet ontdekt geweest, op een incidentele waarneming na.
Pas na een ontdekking in 2023 in de Soesterduinen zijn enkele speurders, waaronder ik, deze zadeneter op het spoor gekomen. Inmiddels heb ik op meerdere plekken in de omgeving populaties gevonden: in Laren, Maarn, Amersfoort (2023) en Leusden, Doorn en Den Dolder (2024). Naast klassieke stuifzanden zijn ook plekken waar honden worden uitgelaten (en veel mul zand is) populair.
Habitatverlies of …?
Bouwplannen zijn niet tegen te houden, zeker niet voor (niet beschermde) insectensoorten.
Maar wat zou het fantastisch zijn als deze populatie behouden kan worden. Ik denk dat het kan, mits enkele mulle zandpaden – en plekken behouden blijven en niet worden verhard met schelpen of houtsnippers. Natuurinclusief bouwen, heet zoiets tegenwoordig, geloof ik.
In elk geval hoop ik aandacht te krijgen voor het bijzondere karakter van dit rommelig ogende terrein.
Soortgelijke plekken
In de hoop de Gele kruiper aan te treffen, bezocht ik een soortgelijk terrein, nabij de Pingpongclub in Utrecht. Ook dit is een voormalig spooremplacement. Hoewel het er kansrijk uitzag, trof ik geen Gele kruipers aan. Verschillen: weinig hondenuitlaters, daardoor in het algemeen minder mul zand en minder kruiden (wel wat grassen). Wellicht ligt het terrein nog niet zo lang braak.
Een ander braakliggend terrein dat ik bezocht ligt direct aan de Eem, vlakbij de de bekende Gele kruiper populatie. Het voormalige “Zandvoort aan de Eem”, meen ik. Ook hier geen Gele kruipers, wel redelijk wat mul zand en enkele vrij algemene loopkevers. Uiteraard wordt ook dit bebouwd; in een tijd waar de woningnood hoog is, is dat best logisch.
Amersfoort omvat heel wat mooie natuurgebieden en parken, zoals Schothorst, Nimmerdor, Randenbroek, het Beekdal. Waar ik op hoop, is dat er (meer) aandacht wordt besteed aan het belang van zandpaden en zanderige plekken, in een stad die op zandgrond gebouwd is. En niet, zoals bijvoorbeeld bij park Elisabeth Groen, dat zo’n beetje alle paden van schelpen worden voorzien, en elk zandplekje ingezaaid wordt.