Insecten in de mist

Insecten in de mist

Op zondag 3 november bezocht ik – aan het einde voor het eerst de Loonse en Drunense Duinen. De weersverwachting was uitmuntend: wel wat frisser dan aan het begin van de herfstvakantie, maar ook zonnig. Echter, naarmate ik dichterbij mijn bestemming – op een uurtje rijden – kwam, werd het steeds mistiger.

Ter plekke leverde dat een mystieke ervaring op. Na Kootwijk zijn de Loonse en Drunense Duinen de grootste zandverstuiving van Nederland (en daarmee ook een van de grootste van Europa).

Eigenlijk was ik van plan een wat langere wandeling te maken, maar ik had me – hoewel het al behoorlijk laat in het seizoen is- wel verdiept in de insecten die er gevonden worden. De meest interessante daarvan is de Zandzeggepantserwants, een zeer zeldzame pantserwants die ik ooit in mijn eigen woonplaats hoop te vinden. Zo laat in het seizoen was het echter vrij kansloos om een exemplaar aan te treffen, zullen zich ergens in de bodem verscholen hebben, tussen de wortels van zandzegge.

Bijzonder veel zandzegge – een pioniersoort die wortels door het zand trekt en daarmee het stuifzand vastlegt.

De mist zorgde voor mooi berijpte spinnenwebben…

en heidelibellen

Dennendieren

Een goede manier om zo laat in het seizoen insecten te zoeken, is het bekijken van topjes van jongen dennen, een plek die zolang de temperatuur niet onder het vriespunt zakt, door veel insecten wordt gebruikt om te schuilen (en te zonnen).

Naast gebruikelijk soorten zoals (heel veel) zevenstippelige lieveheersbeestjes, wat heidelibellen en enkele groene schildwantsen, trof ik ook drie Bonte dennenschildwantsen aan, een warmteminnende soort die sterk in opkomst is en ik dit jaar al in Wageningen, Kampina en Soest gezien had.

De cocon van Dinocampus coccinellae, naast het lieveheersbeestje waar het onder zat.

Verlamd lieveheersbeestje
Onder één van de vele Zevenstippelige lieveheersbeestjes die ik zag, zat iets. Een cocon, maar duidelijk niet van een lieveheersbeestje. Het bleek van Dinocampus coccinellae te zijn. Een bijzondere schildwesp, die aan Maagdelijke voortplanting (parthenogenese) doet: er is geen bevruchting nodig voor voortplanting, en er zijn daarom geen of nauwelijk mannetjes. Het lieveheersbeestje wordt verlamd; de larve van Dinocampus coccinellae schuilt vervolgens onder het lichaam, die het soms, maar meestal niet, overleeft. Ik had hier alleen nog over gelezen.
Jan van Duinen heeft de levenswijze erg mooi beschreven.

Waterdieren in een zandverstuiving?

Een andere manier om in november insecten te zoeken is onder in het zand liggende voorwerpen, zoals stammetjes, te kijken. Op enkele plekken was het duidelijk dat het langdurig onder water had gestaan. Daar trof ik waterinsecten aan zoals de Bruine duiker, een flink aantal waterroofkevers (Agabus nebulosus), en een Veenzwemmertje. Voor mij dieren waarbij ik moet vertrouwen op de voorspelling van de app, ik ben niet echt thuis in de waterwereld.

 Veenzwemmertje – Cymatia bonsdorffii
Agabus nebulosus
Bruine duiker
Colymbetes fuscus
Gewone snelzwemmer
Agabus bipustulatus 

De absolute topper was een behoorlijk grote kever, de Gestreepte haarwaterroofkever – Acilius canaliculatus. Een bever look-a-like! Ook deze had ik nog niet eerder gezien. Aangezien er geen water nabij was, was de locatie best verrassend, maar ook hier zal de grote hoeveelheid neerslag eerder in het jaar een factor zijn.

Gestreepte haarwaterroofkever – Acilius canaliculatus

Al met al een fijne wandeling, met een bovenverwachting hoog aantal insectenvondsten, gezien de tijd van het jaar! Zes soorten had ik nog niet eerder gezien, en vier soorten waren nog niet eerder in de Loonse en Drunense duinen gevonden – als mijn determinaties kloppen tenminste.

Reacties

Nog geen reacties. Waarom begin je de discussie niet?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *